Verhalen
Richard koestert de kwaliteit van de stad
‘Den Haag is een bijna ideale woonstad. Ik kan het weten, want ik woon er al dertig jaar. Veel wijken hebben een mooie balans tussen woningen, voorzieningen en groen. Maar denk ook aan de prachtige pleinen, parken en groene lanen. De schaal is perfect: alles is bereikbaar met de fiets. Wat goed en mooi is, moet vooral zo blijven. Laten we die kwaliteiten koesteren en onderhouden’, vertelt Richard Koek. Richard is Stedenbouwkundige, landschapsarchitect en partner van bureau Rijnboutt in Amsterdam.Rijnboutt is onder meer betrokken bij plannen voor de Binckhorst en het Central Innovation District, het gebied tussen stations Den Haag Centraal, Hollands Spoor en Laan van NOI.
Skyline
‘Den Haag kan groeien en vernieuwen in gebieden die zich daarvoor lenen, zoals bij de treinstations, in de Binckhorst en de Laakhavens. Daar is kwaliteit nu soms ver te zoeken. Groei betekent in Den Haag ook hoogbouw. De discussie gaat vaak over de maximale bouwhoogte, maar veel interessanter is wat er op straatniveau en op de eerste verdiepingen van woontorens gebeurt. Den Haag heeft al een skyline. Zorg dat nieuwe torens een verrijking zijn voor het stadsbeeld. Maar net zo belangrijk zijn de openbare ruimte en de publieke functies in woontorens. Daar kun je een levendig nieuw stuk Den Haag maken.’
We moeten als Hagenaars meedenken en meepraten over de toekomst van de stad.
We moeten als Hagenaars meedenken en meepraten over de toekomst van de stad.
Groei
‘De stad groeit hard, volgens sommigen te hard. Maar Den Haag heeft eerder perioden gekend van sterke groei en dat leverde mooie wijken op zoals de Regentes, Bomenbuurt en Vogelwijk. We hebben nu de kans om de stad te vernieuwen op plekken die soms decennialang verwaarloosd zijn. Kwaliteit moet voorop staan. Niet simpelweg appartementen stapelen, maar nadenken over voor wie we bouwen en hoe.’
De woningvraag is diverser dan ooit: alleenstaanden, studenten, starters, expats, statushouders, thuiswerkende zzp’ers, gezinnen tot en met senioren. Allemaal willen ze graag in de stad wonen en hebben eigen wensen en behoeften. De kunst is flexibel te bouwen, zodat ruimtes zich voor divers gebruik lenen.’
(Klein)kinderen
‘We moeten als Hagenaars meedenken en meepraten over de toekomst van de stad. Laten we proberen over onze eigen schaduw heen te kijken. De stad van de toekomst is er voor onze kinderen en kleinkinderen. Zij willen ook hier kunnen wonen en werken. Wij genieten van het Den Haag dat generaties voor ons hebben gebouwd. Zo moet het in de toekomst ook zijn.’
